De verwarring rond werkwoordspelling
In de Nederlandse taal zijn er veel woorden die qua klank op elkaar lijken, maar waarvan slechts één spelling correct is. Een veelgemaakte fout ontstaat bij het gebruik van werkwoorden in de verleden tijd of als voltooid deelwoord. Zo ontstaat de verwarring tussen 'bedoeld' en 'bedoelt'. Toch is er een eenvoudig trucje om te bepalen welke variant je moet gebruiken.
Wanneer schrijf je bedoeld?
Het voltooid deelwoord
'Bedoeld' wordt gebruikt als voltooid deelwoord. Dat betekent dat je het gebruikt in combinatie met een hulpwerkwoord zoals 'hebben' of 'zijn'. Een voorbeeld: "Ik heb het niet zo bedoeld." Hier geeft 'bedoeld' aan wat er in het verleden is gedaan of gedacht. Je kunt het herkennen door deze test: als je er 'hebben' of 'zijn' voor kunt zetten en het klinkt logisch, dan is 'bedoeld' juist.
Wanneer schrijf je bedoelt?
De tegenwoordige tijd enkelvoud
'Bedoelt' schrijf je wanneer je het hebt over de tegenwoordige tijd in de tweede of derde persoon enkelvoud. Bijvoorbeeld: "Hij bedoelt het goed." In dit geval is 'bedoelt' de vervoeging van het werkwoord 'bedoelen' in de tegenwoordige tijd. Er is geen hulpwerkwoord aanwezig.
Een handig ezelsbruggetje
Wil je testen of je 'bedoeld' of 'bedoelt' moet gebruiken? Verander dan het werkwoord in een ander werkwoord, zoals 'werken'. Zeg bijvoorbeeld: "Ik heb dat zo gewerkt" klinkt gek, dus daar kies je voor 'bedoeld'. Maar "Hij werkt hier" klinkt goed, dus daar past 'bedoelt'. Dit trucje helpt je snel de juiste vorm te vinden.
Veel mensen maken deze fout
Spellingfouten zoals deze komen veel voor, zelfs bij volwassen Nederlanders. In veel gevallen zijn het oude spellingregels die blijven hangen, of is men simpelweg onzeker over de grammatica. Door het verschil goed te snappen tussen een voltooid deelwoord en een vervoeging in de tegenwoordige tijd, voorkom je fouten in je tekst.
Oefenen helpt echt
Wil je beter leren spellen? Dan is herhalen en oefenen essentieel. Door bewust naar werkwoordvervoegingen te kijken en vergelijkbare fouten te zoeken, train je jezelf in het herkennen van de juiste spelling. Websites zoals OnzeTaal of het Groene Boekje kunnen je hierbij op weg helpen. Ook kun je gewoon je zinnen hardop lezen om te horen wat logisch klinkt. Vaak kom je er dan vanzelf achter welke vorm de juiste is.